(368) p. Opnieuw gebonden in 17e eeuws Perkamenten band, 8° De laatst verschenen uitgave van dit psalterium, in de volksmond ‘Souter Liedekens’ genoemd. Deze Souter Liedekens zijn verzameld en samengesteld door Jonkheer Willem van Zuylen van Nyevelt, Heer van Berg-ambacht. Hij is de eerste geweest, die Davids psalmen in Nederlandse rijm heeft gezet, op de wijs van bekende, meest wereldse liederen. Deze werden, zelfs tijdens de hevigste vervolgingen in Nederland, gretig door het volk gezocht, gebruikt en gezongen. De afname was zo groot, dat van de eerste druk uit 1540 niet minder dan zes verschillende edities bij dezelfde uitgever werden gepubliceerd. In deze uitgave staan 165 psalmberijmingen waarin 154 met eenstemmige muzieknotatie. De tekst is gedrukt in zwart en rood, de titelpagina is versierd met een houtgravure met de voorstelling van koning David spelend op zijn harp. Niet de officiële rooms-katholieke Bijbelvertaling was uitgangspunt voor de berijming, maar de Bijbel van Willem Vorsterman uit 1528. De Souter iedekens bleven hierna nog lange tijd in gebruik bij de doopsgezinden, getuige de ontleende wijsaanduidingen in de vele liedboekjes uit doopsgezinde kring.
(368) p. 17th century Vellum, 8°. The last and rare edition by publisher Cock of this psalterium is called ‘Souter Liedekens’ in popular language. These “Souter Liedekens” are collected and compiled by Jonkheer Willem van Zuylen van Nyevelt, Lord of Berg-ambacht. He was the first to put the Psalms of David in Dutch rhyme, to the tune of known, most worldly songs. They were, during the most severe persecutions in The Netherlands, eagerly sought, used, and sung by the people. The demand was so large that 6 different editions were published by the same editor in the same year (1540). In this edition are 165 psalms set to rhyme, from which 154 are in music notation with one accord. The text is printed in black and red, the title page is decorated with a woodcut engraving depicting King David playing his harp. It was not the official Roman Catholic translation of the Bible that was the starting point for the rhyming, but Willem Vorsterman’s Bible of 1528. The Souter Liedekens remained used among Mennonites for a long time, as evidenced by the borrowed tune indications in the many songbooks from Mennonite circles.
Literature: Scheurleer, D.F. (1977). De Souterliedekens. nr XXXII. / Visser, P. ‘Litanie van een liturgisch stiefkind’, in Psalmzinfen in de Nederlanden, p.120-124. / Ros, A. Davids soete lier (2010)